Poëziebundel

INFORMATIE OVER DE DICHTER
Herzberg is geboren in 1934 is een van de meest bekende Nederlandse dichters en dochter van de schrijver en jurist Abel Herzberg . In de tweede wereldoorlog toen de Duitsers het kamp ontruimden om alle Joden op transport te zetten naar Westerbork wist zij met haar broer en zus te ontsnappen. De rest van de oorlog bracht zij door in onderduik. Haar ouders werden vanuit Westerbork naar Bergen-Belsen getransporteerd. Judith Herzberg schrijft meestal over gewone dingen,die door haar gedichten heel bijzonder worden. Herzberg maakt in haar gedichten slim gebruik van klank en van onverwachte accenten.
Herzberg schrijft gedichten, toneelstukken en scenario's voor televisie en film. Herzberg debuteerde in 1961 als dichteres in het weekblad Vrij Nederland. Twee jaar later verscheen haar eerste dichtbundel, Zeepost. Later volgden onder meer Beemdgras, Vliegen, Strijklicht, Botshol en Dagrest. Ook schreef ze de toneelstukken Leedvermaak en Rijgdraad, die beide verfilmd werden (het laatste onder de titel Quivive) door Frans Weisz. Ook is Herzberg bij politiek betrokken: zo schreef zij een ingezonden gedicht voor de NRC over TaidaPasić, het meisje dat een aantal maanden vóór haar vwo-eindexamen door minister Verdonk teruggestuurd zou worden naar Servië.

Gekozen gedichten
GEDICHT 1:
ERGENS NAAR TOE
Een hele lucht vol vogels, kleine
en grote. Opeens waren er kogels.
Ik hield een aangeschoten
kievit tegen me aan
als veel, lang, eerder, geveerde.
Hij klaagde dunne kreetjes.
Ik liep met hem ergens naar toe
maar heb niet lang genoeg
door durven dromen
om te weten te komen
of hij het overleefd heeft.
MOTIVATIE:
Ik heb dit gedicht gekozen omdat ik het een aangrijpend gedicht vind waarin ook veel vaak voorkomende gevoelens naar voren in komen en die heel mooi verwoord worden, vooral het gevoel van hoop en verdriet krijg ik bij dit gedicht. Ik denk dat men heel goed weet dat een neergeschoten vogel niet hele goede kansen heeft om het te overleven, door het laatste stukje vind ik dat er heel erg naar hoop word verwezen, niet durven door te dromen om te kijken of de kievit echt nog leeft om zo de hoop te kunnen houden dat het wel zo is. Door te ontwaken uit de droom kon men blijven hopen dat de vogel het wel gered zou hebben.
met de kreetjes van de vogel roept men heel erg verdriet op, wat uiteindelijk te niet word gedaan door dat het blijkt dat het een droom was.

GEDICHT 2:
HOEZO
Hier in dit halverwege huis
Met windstilte tinten
Valt amper te gissen
Hoezo geen plooi
Die niet glad is gestreken
Wie is het
Die hier niet heeft gezeten
Niet gestruikeld is
Over geen mat?
Geen minnaar geen kat.
Wanhopende vlooien
Wachten op benen
VORM:
Het gedicht ziet er iets saai uit. Het zijn zwarte letters op wit papier. Geen strofe in het gedicht en geen versregels, het is 1 gedicht, bestaande uit een geheel. Volgens mij is er wel sprake van een enjambement, sommige zinnen zijn in het midden afgekort en de volgende zin begint dan weer als vervolg met een hoofdletter. De schrijver maakt wel gebruik van rijm, enerzijds op basis van vorm à vol rijm . Er word op basis van alliteratie, een gedicht. Ook komt in dit gedicht ook rijm op basis van plaats voor. Het vindt plaats in een huis.
VERFRAAIING:
- Met windstilte tinten
Dit is een beeldspraak. Wind of windstilte heeft geen kleur, en zeker ook geen windstilte tinten!
MENING EN INTERPRETATIE:
Het gedicht gaat volgens mij over een huis wat verlaten en stil is. Maar wel blijkbaar een verleden kent. Ik vind het best een lastig gedicht, om te begrijpen waar het over gaat. Ik heb het gedicht een paar keer opnieuw moeten lezen om het enigszins te begrijpen. Het is ook een beetje geschreven op een wat ouderwetse manier. Het lijkt niet meer van deze tijd.
TITEL VAN HET GEDICHT:
Ik vind de titel erbij passen, omdat er een vraag in wordt gesteld. Bij de rest van het gedicht kun je jezelf ook afvragen hoezo de dingen gebeuren. Kortom de titel past erbij.

Maak jouw eigen website met JouwWeb